Hoe ik wijn leerde drinken… en er verliefd op werd
Jeen Akkerman Sep 21, 2022
Wijn is een bijzondere drank. Dat zeggen vrijwel alle wijnliefhebbers. En ze kunnen er vaak lang over praten. Voor anderen is wijn een drankje als zovele, ze proeven er niet al dat bijzonders in. Maar wijn kun je leren drinken. En daarna is het hek van de dam. Lees hier hoe dat bij mij gebeurde.
In 1996 was ik 37 jaar en het was mijn eerste jaar als hoofdredacteur van het Agrarisch Dagblad. Een krant voor Nederlandse boeren en tuinders, die destijds vijf keer per week verscheen. We hadden het er met z’n allen lekker druk mee en ik mocht leiding geven aan het team.
Onderdeel van mijn werk was de representatie van de krant naar de buitenwereld. Op zekere dag meldde de secretaresse dat er “een Franse meneer” had gebeld met een speciaal verzoek. Hij wilde graag langskomen omdat hij de jaarlijkse excursie van de Franse vereniging van agrarische journalisten voorbereidde. Ze wilden volgend jaar Nederland bezoeken, onze land- en tuinbouw staat immers internationaal als zeer innovatief bekend.
De afspraak werd snel gemaakt, het Franse bezoek zou om een uur of drie ‘s middags arriveren. Ik realiseerde me dat deze meneer waarschijnlijk meerdere afspraken in ons land zou hebben en dat de kans groot was dat hij na ons gesprek in de buurt zou overnachten. Dat bleek het geval en ik besloot om een goed gastheer te zijn. Ik reserveerde een tafel in een goed restaurant ter plaatse, voor drie. Ja drie, want mijn Frans was toen al niet al te best. Daarom vroeg ik een collega van de redactie die eerder in Frankrijk had gewoond, om mee te gaan en ons met de taal te helpen waar nodig.
Op de dag van het bezoek bleek de Fransman al gepensioneerd te zijn. Hij had bijna zijn hele carrière gewerkt als hoofdredacteur van het vakblad voor wijnboeren. Hij wilde alles weten over de ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw en reageerde enkele uren later blij verrast op mijn aanbod om samen wat te gaan eten.
Aan tafel kwam al snel de vraag aan de orde of, en zo ja welke wijn we gingen drinken. Ik gaf de wijnkaart aan onze gast, omdat hij waarschijnlijk het best een keuze kon maken. Dat deed hij met plezier en hij bestelde zonder veel omwegen twee flessen. Een witte Loire-wijn voor bij het voorgerecht en daarna een rode Bordeaux voor bij het hoofdgerecht. Mijn collega keek verbaasd, ik deed of ik het de gewoonste zaak van de wereld vond.
De maaltijd was heerlijk, de witte wijn was lekker. Mijn collega werd steeds vlotter en joliger in het vertalen, kortom: de sfeer zat er al snel in. Toen het hoofdgerecht op tafel kwam en de rode wijn werd ingeschonken, wilde ik toch wel eens weten wat er nou zo bijzonder was aan de verschillende wijnen bij de gerechten. Ik vertelde de Fransman dat ik meestal bier dronk en dat ik me erover verbaasde dat sommige mensen zoveel tijd en moeite besteden aan wijn.
Hij keek op en glimlachte naar me. “Ik denk dat je nog wijn moet leren drinken”. Maar hoe dan? Hij vroeg me een slok water te nemen en een klein slokje van de rode wijn te proeven. Hij vroeg me welk fruit ik proefde. Geen idee, ik dronk geen fruit, maar wijn. “Kan het aardbei zijn?”, vroeg hij. Nou vooruit, nu je het zegt, het lijkt wel op aardbei.
OK, dan neem je nu een hapje van je hoofdgerecht en daarna weer een slokje wijn. Ik deed wat hij vroeg. “Proef je nog steeds aardbei?” Nee, het was zeker geen aardbei. Maar wat wel. “Braam, misschien”, vroeg hij. Ja, verrek, dit was absoluut braam.
Zo plantte de sympathieke Franse oud-hoofdredacteur bij mij het zaadje voor mijn tot op de dag van vandaag groeiende fascinatie voor de veelzijdigheid van wijn. En voor de schier eindeloze mogelijkheden van wijn-spijs combinaties. Aan het eind van de avond - beide wijnflessen waren toen al leeg en mijn collega was wankelend vertrokken - heb ik hem vluchtig bedankt voor zijn wijn-les.
Nu weet ik dat ik dat uitgebreider had moeten doen. Merci beaucoup!